Nooit heb ik zo zuiver gevlogen
Op haar zachte hals en veren
Met het lied dat haar vleugels sloegen
Zo hoog en zwevend boven polder en plas
Waarin zij een graag geziene gast was
Nu kniel ik neer bij haar levenloze pluimen
Omdat een drifter haar meende te moeten ruimen
Mijn liefde voor haar zal nooit vergaan
Mijn teer beminde, schone zwaan!