Verdwalen
O tiende mei, o dag der dagen
dag van verlossing en dag van plagen
dag van geboorte maar ook begin van jaren, moeilijk te dragen
die zelfs Herman Gorters werk niet kon verjagen
verder van elkaar verwijderd dan wij eerst zagen
hoever kunnen paden af gaan wijken
verder dan wij in één blik kunnen kijken
waardoor wij niet steeds het veld kunnen overzien
zelfs niet een zoeker die speurt zo scherp en kien
het leven biedt misleiding zonder af te laten
en hoe vaak hebben wij dat niet in de gaten
en zie hoe later mensen je graag als schuldig aanwijzen
en niet zien hoe zij zelf de doodlopende weg langs reizen.
Het leven is niet meer dan een zoektocht naar zelfrechtvaardiging
ik ben, ik denk, ik handel als een eenmalige zonderling
eenmaligheid waar ieder nog van kan leren
en die de zelfkennis van een ieder kan vermeren.
Wat was mijn lot, dat ik geboren werd op deze dag
die later slechts verdriet en verloedering met zich zag?
Was ik de bloem die de datum moest verfraaien
door feest en vreugde in de puinhopen te zaaien?
Als dichter vraag ik mij haast dagelijks af
is er leven na de daad waarmee and’ren mijn lot verzieken
een lot dat mij prikkelt tot het halen van de hoogste pieken?