Bloem des tijds 5
Ter gelegenheid van de 50e sterfdag van de dichter Jacques Bloem, afkomstig uit Oudshoorn (Alphen aan den Rijn) op 10 augustus a.s.
Vergankelijk
Mijn dorp, mijn dorp waar ben je toch gebleven
zo kort heb ik jou meegemaakt, nog korter dan mijn leven
o schoonheid, parel aan de Rijn waar voor mijn voeten het geluk lag
waar ik het zo vaak liggen liet, geen oog had voor de rijkdom
geluk dat ik bij het dromen en het spelen heel niet zag
en heden veelal mis ook al schreeuw ik er hemeltergend om
mijn dichtwerk is voor alles wat ik dagelijks doe mijn allerlaatste troost
de regels die ik schrijf de put waar mijn verdriet zich loost.
Mijn Oudshoorn, mijn villa nuova hoe kan ik je vergeten
ingebeiteld in mijn hoofd maar door de tand des tijds versleten
opgeslorpt door iets dat heet Alphen aan den Rijn
waar ik slechts doorheen wil komen maar nooit echt wil zijn
mijn school verdween tussen de wolken, wggezogen door de lucht
ik had u lief, kan u niet missen, mij verlaat een diep gevoelde zucht
de jaren dat ik jonger was, zij waren mijn getuigen
nadat mijn dorp verloren was, viel al in mij in duigen.
Weer zit ik voor het witte huis, uitziend over het water
de serre en de sloot, die mochten er nog zijn,
maar waar ging heen mijn dromenbank tussen muur en stille straat
die tuin waar elke droom van mij zichzelf nog steeds verraadt?
de woning keurig opgedeeld zoals alles in het leven
van wat ik ooit als grootsheid zag, zijn splinters nog gebleven
de wereld valt in stukken nu al huilend snel uiteen
een wereld waar ik godzijdank al heel lang uit verdween!