Langs mijn vaders pad met bloemen
hoorde ik de bijen zoemen
verzonk ik zacht aan in gedachten
op het spelen zou ik wachten
daar groeide mijn eerste gedicht
woorden gaven mij een gezicht
gezicht van denken
aandacht schenken
het was mijn eerste uur cultuur
van binnen brandde ongezien mijn vuur
wat is cultuur nog tegenwoordig
slechts een vluchtig krijstoneel
ruige woorden, platte tongen
niet de taal waar ik mee speel.
Langs het tuinpad waar ik bloeide
waar mijn geluk zijn wortels had
de tuin die mijn gedachten boeide
waar ik de ergernis vergat
de Villa Nuova in al haar stijl en glans
ja daar kreeg mijn geluk een kans
nooit is het teruggekomen
bij het huis gebleven, vastgezet
nergens vond ik nog mooie dromen
ik walgde in een wurgend net
leven als zoekende ambtenaar
kon mij nooit heel erg bekoren
papieren die mijn gedachten storen
daarmee was ik steeds weer heel gauw klaar
mijn naam is Jacques, van geboorte dichter
slechts taal en dromen maakten mijn leven lichter
en ondanks alles verwierf ik als Bloem
landelijk wel degelijk mijn roem.
Jacques Bloem post mortem